Vertrouwen geknakt door niet nagekomen beloftes; wat te doen?

Kop in het FD op 19 augustus 2015 “Pensioenfondsen werken hard aan hun reputatie,
maar zonder veel succes”.

Toezeggingen

Ooit stonden pensioenfondsen borg voor inkomenszekerheid na pensionering inclusief een compensatie voor koopkrachtverlies. Dat kon zo was de veronderstelling door de verplichte deelname aan de pensioenregeling, door alle financiële plussen en minnen te delen (solidariteit) en door een groeiende economie die op termijn altijd mooie beleggingsresultaten genereert.

Het was een vanzelfsprekendheid en de pensioenbesturen lette op de winkel. 2008 en de onrust op de financiële markten die tot op de dag van vandaag voortduurt zette een streep door de verwachtingen. De gevolgen van de crisis zorgden voor een ineenstorting van het vertrouwen in de pensioenfondsen. Een mini crisis volgde met het nieuws dat mensen veel langer leven dan verwacht en er dus meer geld in de pensioenfondsen nodig is.

Toezeggingen kunnen niet meer worden nagekomen en de solidariteit binnen veel pensioenfondsen kan niet meer betaald worden en dat leidt er onder meer toe dat jongeren worden benadeeld ten opzichte van ouderen.

Uitleg

De eerste reactie van pensioenfondsen is een poging uit te leggen wat er aan de hand is. Wetenschappers en pensioenspecialisten helpen de pensioenbestuurders daarbij, maar de uitleg is complex en ontvangers van de uitleg hebben geen vertrouwen meer in de instituten. De combinatie van complexiteit, het wegvallen van vertrouwen en een publiek debat waarin experts de degens kruisen brengt het herstel van vertrouwen steeds verder weg. In de asymmetrie van kennis tussen de pensioenexperts en het publiek bepalen algemeenheden gevoed door voordelen en uit teleurstelling gevoede sentimenten, uiteindelijk de publieke opinievorming.

Kernvraag is waarom je geld aan een instituut toevertrouwen als ze niet bij machte zijn dat te leveren waar je naar zoekt.

Pensioenfondsen trekken er nu massaal op uit om met hun deelnemers in contact te treden en uitleg te geven. Er wordt gezocht naar meer flexibiliteit en aanpassingen in de regelingen zo lees je her en der.

Vertrouwen

Dat leidt (zo blijkt ook uit het artikel in FD) niet tot meer vertrouwen in pensioenfondsen en hun besturen. Jongeren sowieso niet erg bezig met sparen voor later lijken het pensioenstelsel al afgeschreven te hebben en leven in de veronderstelling dat ze het beter zelf kunnen regelen. Ouderen hebben het gevoel dat er in hun spaarpot wordt gegraaid en beseffen onvoldoende dat de aanwas van jongeren essentieel is voor het voortbestaan van het pensioenstelsel. Zonder aanwas van jongeren zijn pensioenfondsen gedoemd in problemen te komen.

Wat de pensioenfondsen nalaten in de communicatie is aan te geven welke uitgangspunten zij bij hun besluitvorming hanteren. Evenmin worden de dilemma’s waarmee besturen worden geconfronteerd en hoe zij daarmee omgaan gedeeld. Anders gezegd: een gebrek aan transparantie in de besluitvorming.

Het gaat om wezenlijke vraagstukken die spelen in het heden en in de toekomst. Het is ook geen geringe opgave om daarin een standpunt te bepalen in een tijdsbeeld dat wordt gekenmerkt door grote onzekerheid; werkloosheid, hypotheken onder water, schandalen bij banken, de plaats van Nederland in Europa, financiële markten die fundamenteel instabiel lijken. Dat betekent dat we in de toekomst geconfronteerd zullen worden met situaties waarin de onderlinge solidariteit wederom onder druk komt te staan.

Attitude

Dat vraagt een andere attitude van Pensioenfondsbestuurders. Het gaat er niet om dat je uitlegt waarom het zo moeilijk is maar dat je uitlegt hoe met onzekerheden wordt omgegaan. Dus transparantie niet alleen over de besluitvorming maar ook over de uitgangspunten die worden gehanteerd bij vraagstukken van herverdeling en het morele kompas dat daaraan ten grondslag ligt.