Integriteit

Een begrip met veel associaties en zonder een waterdichte definitie.

Om een aantal associaties te noemen: zorgvuldig handelen, onkreukbaarheid, openheid, dat functionarissen geen privé-belangen nastreven, loyaliteit, objectiviteit, rechtschapenheid betrachten, op zorgvuldige wijze belangen afwegen, controleerbaarheid, rechtvaardigheid en onpartijdigheid in praktijk brengen.

Na een periode van een diep geloof in het zelfreinigend vermogen van de marktwerking (neo liberalisme) zitten we nu op het spoor van het beheersen van de risico’s (risk based society). Het gaat nu om het afleggen van verantwoordelijkheid, transparantie en duurzaamheid. De politiek heeft zich ontfermd over de bescherming van de burgers door een tapijt van gedetailleerde regelgeving over de financiële instituten te leggen. Is daarmee ook de integriteit van die instituten veilig gesteld? Nee want de regelgeving voorziet niet in een antwoord op gewetensvragen (zie ook “De paradox van de controle“).

Bij belangentegenstellingen en dilemma’s worden die gewetensvragen manifest (ook bij niet financiële instituten). Hoe worden dan de afwegingen gemaakt en is er dan een gemeenschappelijk moreel kompas dat richting geeft bij de afwegingen?

Bij het nemen van een beslissing is het zoeken naar een zuiverheid die uitgelegd en toegelicht kan worden. Da’s niet altijd makkelijk. Het helpt wanneer er dan een moreel kompas (ook wel “Policy Beliefs”) is.

In de werkgroep Integriteit Pensioenfondsen hebben we gezocht naar een methodiek om de integriteit bij besluiten een belangrijke plaats te geven. Kort en goed ziet deze er als volgt uit: erken dat er een dilemma is, zorg er voor dat er Policy Beliefs zijn waarbinnen de besluiten worden genomen en gebruik ijkpunten waaraan in het concrete dilemma kan worden getoetst (zie rapport “Kijken in de Spiegel”).

Het idee is dat integere besluitvorming ondersteunt wordt door een methode die dwingt inhoud te geven aan een zuiverheid die we integriteit noemen. Dat kan door het bewust inbrengen van een toetssteen op integriteit naast de commerciële, financiële, juridische, organisatorische, en andere toetsstenen.

Blijft over dat een integere organisatie valt of staat bij de integriteit van het individu. Waar staat iemand voor; wat is ok en wat is niet ok en hoe ga je om met een afwijkend standpunt. Volg je de groep van collega’s uit angst voor uitsluiting, verlies van positie, er niet bij horen? Of zin je op een manier om het punt op tafel te krijgen en echt bespreekbaar te maken? De mate van vertrouwen in elkaar bepaalt een antwoord op die vraag.
zie ook: Een positieve benadering van integriteit.