De samenhang tussen vertrouwen, integriteit en governance.

Governance ziet toe op de inrichting van de organisatie. Door de vastlegging van de verantwoordelijkheden, bevoegdheden, het intern toezicht (check and balances) en de procedures vormt dit de basis voor samenwerking in organisaties.

Die inrichting geeft duidelijkheid over de rollen en verwachtingen en vormt daarmee de basis voor onderling vertrouwen. Onderling vertrouwen in de samenwerking is noodzakelijk om het door de klant/afnemer gestelde vertrouwen te kunnen waarmaken.

Integriteit speelt op organisatorisch niveau en op individueel niveau. Het bepaalt de grenzen van wat wel ok en niet ok is. Grenzen die overigens door tijd veranderen en tegelijkertijd van grote invloed zijn op de mate van vertrouwen dat in de organisatie wordt gesteld. Een governance structuur werkt niet wanneer deze op niet integere wijze wordt gebruikt.

zie ook:
De Paradox van de controle
Voor de samenhang tussen vertrouwen en regels: Regels een ballast of een blessing in disguise